Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Theewater

betekenis & definitie

o.,

1. (thans alleen nog gew.) aftreksel van theebladeren, thee ;
2. (mar.) aftreksel van gemalen koffiebonen, koffie ; — theewater drinken, koffiedrinken om halfvijf of vijf uur ’s middags ;
3. (mar.) koffiemaaltijd, brood met koffie : het appèl wordt ’s avonds na theewater gehouden;
4. (mar.) versnaperingen: een mandje theewater, een pakket met versnaperingen van thuis toegezonden;
5. (scherts.) sterke drank : hij is boven zijn theewater, is dronken ;
6. (thans inz.) water om thee te zetten.

< >