(werkte terug, heeft teruggewerkt),
1. (overg.) door werken achteruitbrengen ;
2. (onoverg.) een werk verrichten in achterwaartse richting : het omspitten van een tuin aan het achtereinde beginnen en naar het huis terugwerken ; — terugwerkende drijfstang, drijfstang aan een stoommachine die zo werkt, dat de opening van de hoek die ze bij haar slingerende beweging doorloopt naar de cylinder gekeerd is;
3. (onoverg.) achterwaarts gaan : het terugwerken der dammen;
4. (onoverg.) zijn invloed achterwaarts in de tijd doen gevoelen, over een voorafgaand tijdperk van kracht zijn : deze wet treedt in werking op de dag van haar afkondiging en werkt terug tot 1 Jan. 1945 ; over het algemeen mag een wet niet terugwerken ;
5. (overg.) door werken weer in de richting brengen vanwaar iets gekomen is;
6. (onoverg.) zijn invloed doen gelden in een richting tegenovergesteld aan een voorafgaande werking: men vreest dat de zwarte handel schadelijk zal terugwerken op de verplichte levering van de melk.