(verlangde terug, heeft terugverlangd),
1. (onoverg.) verlangen weer daarheen te gaan (eig. of fig.) waar men vroeger geweest is, in ’t bijz. naar huis: verlang jij nog niet terug!: ik verlang terug naar eenvoud en rust;
2. (overg.) verlangen opnieuw te bezitten : wie zou het verleden terugverlangen!