(stootte terug, heeft teruggestoten),
1. achteruit stoten, van zich afstoten: zijn gefolterde geest stoot dit beeld terug;
2. (fig.) onaangenaam treffen, van nadere kennismaking of omgang afschrikken, afstoten : zij voelde zich door hem even sterk aangetrokken als teruggestoten;
3. wederom stoten in de richting of naar de plaats vanwaar iets of iem. tevoren gekomen is : hij stoot elke troost terug.