(stortte terug, heeft en is teruggestort),
1. door vallen wederom (doen) komen op een plaats waar iets of iem. vandaan komt of in een toestand waarin iets of iem. zich bevond ; meestal fig.: zal men West-Europa nu in barbaarsheid en slavernij terugstorten?
2. (van geld) wederom afdragen wat men op een vroeger tijdstip heeft ontvangen: het bedrag van de studielening moet worden teruggestort.