(dreef terug, heeft en is teruggedreven),
1. (overg.) achteruit drijven : de vijand terugdrijven;
2. (overg.) wederom in de richting van, of naar de plaats drijven vanwaar iem. of iets gekomen is: hij drijft de bal terug; — (veroud.) opkomende vochten en koorts doen wijken: natte omslagen om terug te drijven (Beets);
3. (onoverg.) van een vaartuig; wederom in de richting drijven vanwaar het gekomen is : het schip dreef telkens terug.