Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Temmen

betekenis & definitie

(temde, heeft getemd),

1. (van dieren) gedwee maken, ze gewennen aan de omgang met de mens, tam maken : leeuwen en tijgers temmen; —
2. (fig.) bedwingen, gedwee maken, doen buigen, beteugelen : die onderwijzer weet zelfs de wildste knaap te temmen ; zijn driften, hartstochten temmen.

< >