bn. bw. (-der, -st), zodanig dat men het kan tasten, door aanraking voelen, het bestaan of de aanwezigheid er van constateren of de hoedanigheid er van leren kennen: een tastbare afgod; de tastbare wereld; — een tastbare duisternis, een zeer intense duisternis.
2. duidelijk, klaarblijkelijk: een tastbaar verschil; een tastbare leugen; een tastbaar resultaat; — uit dit geschrift spreekt tastbaar de ietwat oppervlakkige onderzoeker.