Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Talon

betekenis & definitie

(Fr .), m. (-s),

1. (spel) de overschietende kaarten: stok-, koopkaarten;
2. bewijs behorend bij een effect, waartegen een blad met nieuwe coupons kan worden verkregen;
3. (bouwk.) lijst waarvan de bovenste helft bol en de onderste helft hol is, die beide uit kwartronden of kleinere cirkelbogen bestaan.

< >