o.,
1. (w. g.) recht om te straffen;
2. het geheel der beginselen en regelen die gelden ten aanzien van het opleggen van straf door een openbaar rechtsprekend persoon of lichaam: wetboek van strafrecht; materieel en formeel strafrecht; gewoonlijk verstaat men onder strafrecht het materiële, het formele noemt men meestal strafprocesrecht; — leer van deze beginselen : hij doceert strafrecht.