Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

STONDE

betekenis & definitie

v. (-n),

1. (thans alleen in plechtige taal) tijd, tijdstip, tijdsgewricht: op die stond;

te aller stond; van stonden aan, zonder uitstel, aanstonds ;

2. tijd van onbepaalde duur, meestal een onderdeel van een dag of van een uur : de innige stonden als zij langs de bergen wandelden en hij haar verzen voorlas (Timmermans);
3. gelegen tijd, gunstige tijd: op tijd en stond ;
4. (germ.) uur ;
5. (mv.) maandstonden, maandzuivering der vrouwen.

< >