(stommelde, heeft gestommeld), (ono verg.)
1. stotende en rukkende, gewoonlijk woelige bewegingen maken : daarbinnen werd gestommeld en geslagen ;
2. (inz.) zoekende en tastende of althans onzekere, enig gerucht meebrengende bewegingen maken ; zich aldus verplaatsen : in de donker naar boven stommelen ;
3. (w. g.) een rommelend geluid maken.