(stolpte, heeft gestolpt),
1. met een stolp dekken : het oude stadje als een bouwdoos gestolpt onder de hoge welving van de lucht; — broedse hennen onder een stolp (3.) op de koude grond laten zitten, tot de broedsheid overgaat;
2. met de opening naar onder zetten, t.w. een mand en derg.: de stolpmand wordt over de vis gestolpt;
3. (drukk.) het aan de ene zijde reeds bedrukte papier omkeren om de keerzijde eveneens te bedrukken, doch zodanig dat de voor-aanlegzijde aan de tegenovergestelde kant van het vel komt;
4. met een stolpnaald sluiten, t.w. een deur of venster.