(lag stil, heeft stilgelegen), (onoverg.)
1. liggen zonder beweging, rustig liggen: die hond kan goed stilliggen;
2. blijven liggen na het voltooien van een beweging ofwel na of met onderbreking van een reis of gang, inz. van schepen of schepelingen: door tegenwind moesten de schepen stilliggen; de stoomboten liggen daar twee dagen stil, nl. om te lossen en te laden;
3. werkeloos blijven; niet functionneren: de aanvoer van hout lag grotendeels stil.