Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

STEKELVARKEN

betekenis & definitie

o. (-s),

1. geslacht van in de warme streken der oude wereld wonende knaagdieren (Hystrix)y waarvan de huid met haren en daartussen met stekels bezet is, die onder het gaan een rammelend geluid maken en die zij bij dreigend gevaar opzetten: zo knorrig, zo kwaad als een stekelvarken; in het mv. als naam voor de familie (Hystricidae) waartoe dit geslacht en b.v. ook het waterzwijn en de beverrat behoren;
2. gew. als onjuiste ben. voor de egel;
3. (molenb.) klein rad met tanden;
4. soort van vla, waar amandelen rechtop in gestoken zijn.

< >