Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SPRUITJES

betekenis & definitie

o. mv., kleine kropjes, bestaande uit een kort stengeldeel over welks top een groot aantal blaadjes dicht zijn samengevouwen, die ’s winters of vroeg in het voorjaar ontspruiten uit de stengel der groene of bonte boerenkool en die als groente gegeten worden.

< >