Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Solon

betekenis & definitie

Gr. So'loon, wetgever der Atheners (639—559) cn een der Zeven Wijzen. In 594 tot archont gekozen, voerde hij de timocratie in, d.i. een staatsinrichting waarin de rechten en verplichtingen der burgers niet ‘worden geregeld naar de geboorte, maar naar het vermogen.

Hij stelde de raad der 400 in en breidde de werkkring van de Areo'pagus aanmerkelijk uit door hem het toezicht te geven over de godsdienst en de zeden der burgers. Hij liet de Atheners beloven gedurende 10 jaar geen veranderingen-in zijn wetten te brengen en reisde in die tijd in vreemde landen (volgens de overlevering bezocht hij o.a. Lydië, waar hij Croesus leerde dat men geen mens gelukkig kan noemen vóór zijn dood). Hij was ook dichter ; bekend is een elegie, waarin hij de Atheners tot de herovering van Salamis aanspoorde.

< >