(<Fr.),
I. bn. bw., eenzaam, afgezonderd.
II. zn. (-en), I. m.,
1. (-s) een enkele in een z.g. kast gezette diamant;
2. ring met slechts één steen;
3. (-en) kluizenaar;
4. eenzaam levend dier (aap, olifant enz.) gewoonlijk oud mannetjesdier; II. o.,
1. soort van kaartspel;
2. solitairspel.