Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SLONS

betekenis & definitie

v. (slonzen),

1. (Zuidn.) lap, flard;
2. (Zuidn.) lor, vod ;
3. (gew.) onderste gedeelte, rand van een japon of rok;
4. haveloze, slordige vrouw ; — iem. die slordig op zijn eigendommen en zijn werk is (ook wel van mannen gezegd);
5. (Zuidn.) slet.

< >