v. (-n, -s),
1. (Gr. myth.) demonisch wezen, half vrouw, half vogel (in de kunst veelal: half vrouw half vis), dat de voorbij varenden door haar betoverend gezang zocht te lokken en te doden: zij zingt als een sirene.
2. (flg.) schone verleidster.
3. (muz.) werktuig om het aantal trillingen van een gegeven toon te tellen.
4. toestel om scherpe en doordringende geluidsignalen te geven, waarbij men een luchtstroom door geperforeerde schijven, waarvan één draait, laat gaan: de sirenes der stoomboten loeiden door de mist; bij luchtalarm hebben de sirenes een janktoon.