Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Siluur

betekenis & definitie

o., (geol.) tweede aardperiode uit het primaire tijdvak, een der oudste sedimentaire vormingen, waarin weinig gewervelde dieren, maar wel veel vissen voorkomen [genoemd naar de Silures, een volk in Wales; waar voor ’t eerst studie werd gemaakt van deze vorming].

< >