Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Senior (lat.)

betekenis & definitie

I. bn., de oudste van twee naamgenoten, gewoonlijk afgekort Sen. of Sr.: Pieter Stastok senior en Pieter Stastok junior.

II. zn. (-es, -en), iem. die behoort tot een oudere generatie of jaargang; (sport) iem. die het vorige jaar één of meer prijzen met roeien gewonnen heeft.

< >