(seinde, heeft geseind),
1. (onoverg.) seinen geven, door vastgestelde tekens mededelingen of waarschuwingen overbrengen: met kanonschoten, met vuurpijlen, met vlaggen seinen; om hulp seinen; — telegrafische of radioberichten afzender; — (diev.) informeren: hij durft niet te seinen.
2. (overg.) het genoemde door seinen bekend maken: het schip seinde dat verdere hulp niet nodig was.
3. telegraferen, per telegraaf berichten: ik heb u uit Amsterdam mijn komst geseind.