Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Schub

betekenis & definitie

v. (-ben), SCHUBBE, v. (-n), in ’t alg. elk van een aantal betr. kleine, regelmatig gevormde, aan één zijde vast zittende en overigens min of meer uitstekende plaatjes die enig oppervlak bedekken ; — in ’t bijz. elk der dunne plaatjes waarmee de lederhuid van vissen en sommige kruipende dieren, ook de poten van vogels en de vleugels van vlinders bedekt zijn; — (plantk.) vervormd blad, droog (op onderaardse stengels; knopschub) of vlezig (bolschub); (ook) schildje van een straalsgewijze bouw op de opperhuid van bladen, jonge takken, bloemen en vruchten; — plaatje van een wapenrusting.

< >