bn. bw. (-er, meest —),
1. als op een school volgens gebruik, naar de wijze; der school: schoolse gebruiken-, schoolse tucht;
2. (in ’t bijz.) zich beperkend tot, zich houdend aan hetgeen op school geleerd wordt of is: vaste, voorgeschreven regels angstvallig in acht nemend: een schoolse stijl; schoolse opvattingen;
3. (w. g.) op school opgedaan.