Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Schokker

betekenis & definitie

I. m. (-s), (gew.) gierigaard.

II. m. (-s), klein vissersvaartuig, oorspr. van ’t eiland Schokland, met een oplopend, vooruitstekend voorschip met balkvormige steven, een achteroverhellende mast, een gaffelzeil en een stagfok.

III. m. (-s), benaming voor een soort van hooggroeiende erwten.

< >