Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Rondwandelen

betekenis & definitie

(wandelde rond, heeft en is rondgewandeld),

1. wandelend een kring of de omtrek van iets volgen: ik heb een paar maal de stad rondgewandeld;
2. wandelen in alle richtingen in de genoemde ruimte;
3. her en der, zonder bepaald doel wandelen: hij heeft ruim een uur met zijn kindje rondgewandeld; — (oneig.) zich her- en derwaarts begeven, rondgaan op aarde of onder de mensen, en zich daardoor nu hier dan daar bevinden: Jezus heeft op aarde rondgewandeld.

< >