(snuffelde rond, heeft rondgesnuffeld),
1. al snuffelende rondlopen, her en der lopen om door ruiken iets op te sporen: die hond heeft hier de ganse morgen al rondgesnuffeld; — (fig.) nieuwsgierig speurend rondlopen: hij heeft wel een uur in de hamer rondgesnuffeld.
2. in iets rondsnuffelen, het zonder bepaald plan (nieuwsgierig) doorzoeken: in oude boeken rondsnuffelen.