(roeide rond, heeft en is rondgeroeid),
1. roeiend een kring of de omtrek van iets volgen: de stad rondroeien.
2. heen en weer roeien: wij hebben de hele dag op het meer rondgeroeid; — hij is wat wezen rondroeien.
3. iem. rondroeien, met een roeiboot rond voeren.