Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Rondfietsen

betekenis & definitie

(fietste rond, heeft rondgefietst),

1. in een kring fietsen : de overwinnaar fietste driemaal het stadion rond;
2. her- en derwaarts fietsen : een uurtje rondfietsen;
3. een ruimte in alle richtingen fietsend doorkruisen : het bos rondfietsen.

< >