(<Fr.), o. (...delen),
1. (vest.) ronde of halfronde toren die uit een vestingmuur is uitgebouwd;
2. kort gedicht, gewoonlijk van 13 vijfvoetige jambische regels, lopende over slechts twee rijmklanken en waarvan de beginregel in het midden en aan het eind terugkeert, rondeau; in de Nedl. poëzie, vooral die der rederijkers, meestal een gedicht van 8 regels, waarvan 1, 4 en 7 gelijk zijn.