(bracht rond, heeft rondgebracht),
1. (van boeken, papieren, brieven enz., die bij de leden van zekere kringen moeten bezorgd worden) ze naar de rij af brengen of bezorgen bij elk der personen die samen de vereniging, het gezelschap enz. uitmaken: je moet vanmiddag die invitatiebriefjes eens rondbrengen;
2. verklikken, oververtellen: hij brengt dadelijk alles rond.