Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ritten

betekenis & definitie

I. (ritte, heeft gerit),

1. druk en bedrijvig lopen, draven;
2. wild en onstuimig spelende heen en weer lopen (van kinderen);
3. zich voortdurend onrustig heen en weer bewegen: zit toch niet zo te ritten op je stoel.

II. (ritte, heeft gerit), gangen, holen graven (van mollen).

III. (ritte, heeft gerit), paren, paaien (van vissen).

< >