Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Rinkelen

betekenis & definitie

(rinkelde, h. gerinkeld), een hel klinkend gebroken geluid geven, inz. van metalen en glazen voorwerpen gezegd: de bel rinkelde weer; de rinkelende tamboerijn; de vorken en messen rinkelen; de rijksdaalders laten rinkelen; de glazen rinkelen op het buffet; hij rinkelde met zijn sleutels; de ruiten rinkelden door de slag.

< >