I. v. (-’s), wouw, roosachtig plantengeslacht met vele soorten waarvan in Nederland slechts enkele in ’t wild gevonden worden : Reseda lutea, gele wouw ; R. luteola, (wilde) wouw, en als sierplant R. odorata met welriekende witgele bloemen;
II.,
1. bn., grijsachtig groen;
2. zn. o., grijsachtig groene kleur: reseda staat haar niet.