Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Rendez-vous

betekenis & definitie

(Fr.), o.,

1. afgesproken plaats van bijeenkomst : het rendez-vous was bij de vijver; hij verscheen niet op het rendez-vous; — verzamelplaats van troepen die samen een mars of een manoeuvre moeten maken ; — iem. rendez-vous geven, hem ergens bestellen ; — een rendez-vous houden, een geheim bordeel ;
2. afgesproken samenkomst : een rendez-vous hebben, in ’t bijz. van minnaars gezegd ;
3. rendez-vous houden of spelen (gemeenz.), braken, overgeven.

< >