Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Rechthand

betekenis & definitie

v. (-en),

1. hand van de rechterarm; aan uw rechterhand de tweede straat, de tweede straat rechts : — iem. de rechterhand geven, hem groeten, (ook) als blijk van eerbied aan de linkerzijde naast hem gaan zitten ; — uw linkerhand moet niet weten wat uw rechterhand doet, zie Linkerhand ;
2. (fig.) steun, hulp : ik ben zijn rechterhand, zijn factotum, hij kan niets doen zonder door mij geholpen te worden.

< >