Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Receptor

betekenis & definitie

(Lat.), m. (-en), ontvanger;

1. toestel waarin electrische energie in chemische, mechanische of thermische energie wordt omgezet ;
2. ben. voor bep. moleculaire groepen van het protoplasma waardoor voedingsstoffen, doch ook vergiften, aan het protoplasma worden vastgehecht en die daarmee tevens de ontvankelijkheid van het organisme voor een stof bepalen.

< >