(<Lat.), o. (-sen),
1. geschrift dat een verklaring van ontvangst inhoudt; bewijs van ontvangst ; — inz. (veroud.) bewijs van ontvangst van een verschuldigde som gelds; — voorlopig bewijs van storting dat te zijner tijd ingewisseld kan worden tegen een aandeel of obligatie: de recepissen van de 4½ pcts. lening worden ingewisseld tegen de nieuwe stukken; — in de 19de e. in O.-Indië, een soort van papieren geld, in 1846 door de gouverneur-generaal Rochussen ingevoerd, om het verwarde muntwezen aldaar te herstellen;
2. (bij uitbr.) verklaring van andere aard dan die genoemd onder (1.): recepis van uitgifte, geldend bewijs dat goederen uit een magazijn afgegeven zijn.