I. (Fr.), o. (-s),
1. kring waarbinnen iets geldt, tot waar zekere werkkring zich uitstrekt; — werkkring van een brandpiket; — (vestingb.) de landstreek om een vesting tot waar zich haar tactische uitwerking uitstrekt; — inz. de verboden kring, waarbinnen het bouwen aan zekere bepalingen is onderworpen, opdat bij een beleg de verdediging niet belemmerd zou worden ;
2. (handel) elk der afdelingen waarin het totale werkterrein van een handelszaak verdeeld is, het gebied dat door één filiaal of vertegenwoordiger bestreken wordt: hij doet wel eens zaken buiten zijn rayon ; China en Japan werden beschouwd als rayons van het Oosterse afzetgebied, van de Nederlands-Indische productie;
3. afdeling in een warenhuis, een grote winkel, een restaurant, een bibliotheek: tijdens het serveren is de eetzaal verdeeld in rayons, die elk een bepaald aantal tafels bevatten ;
4. gedeelte van een stad, streek of land dat van nature of bij afspraak het werkterrein vormt van een instelling van algemeen nut (school, ziekenhuis enz.): een landelijke centrale school, waar alle slechthorende kinderen buiten de rayons der bestaande scholen plaats kunnen vinden.
II. (Eng.), o., rayonne.