m. (-en),
1. kastje met een of meer ronde, van een vergrootglas voorziene gaatjes, waarin kermisgangers eertijds allerlei vermaarde personages en taferelen te zien konden krijgen; kiekkast;
2. (oneig.) een vreemde rarekiek, iets heel vreemds; — het leven in een grote stad is een rarekiek, iets vreemds;
3. persoon die met een rarekiek (1.) op kermissen staat.