(<Fr.), o. (-en),
1. volgens opdracht of krachtens beroep uitgebracht verslag: blijkens het rapport van de heer N. aan het rijksbureau van monumentenzorg;
in ’t bijz. schriftelijk opgesteld stuk: {een) rapport uitbrengen, indienen; rapport van iets maken, het aan de superieuren mededelen; — algemeen rapport, het verslag dat de 5 rapporteurs der Tweede Kamer of de 4 rapporteurs der Eerste Kamer opmaken na het sectieonderzoek van een wetsontwerp; — tabellarisch rapport, het invullen van voorgeschreven tabellen; deze tabellen zelf; — gewoon rapport, wat op de voorgeschreven tijd wordt uitgebracht; buitengewoon rapport; — extra-rapport, van iets dat bij algemeen voorschrift niet vermeld of voorzien is;
2. verslag dat de ouders of verzorgers van de leerlingen van een school periodiek ontvangen over de staat van vorderingen, vlijt en gedrag: iedere drie maanden krijgen de leerlingen van onze school een rapport mee naar huis; een goed, mooi, slecht rapport hebben; een rapport tekenen;
3. boekje waarin een verslag als bij 2. wordt genoteerd: ik moest even kijken in mijn rapport;
4. (mil.) melding aan een superieur van een geconstateerde overtreding of andere onregelmatigheid in de dienst: rapport maken van een soldaat; de compagniescommandant kwam rapport innemen;
5. (mil.) zitting van een afdelingscommandant voor de behandeling van dagelijkse dienstzaken: zich op het rapport mélden; op het rapport komen, verschillen, bij de kapitein op het bureau komen om klachten, bezwaren uit te brengen, een uitbrander te krijgen, een straf te horen uitspreken enz.; — (ook) dagelijks spreekuur van de officier van gezondheid: hij ging elke dag op rapport;
6. verbinding, contact; — thans alleen: geestelijke verbinding tussen medium en hypnotiseur: de hypnose is een soort van slaap, waarin de hypnotiseur zich met de slapende in rapport weet te stellen, zonder dat deze ontwaakt; de magnetiseur en het medium staan met elkander in magnetisch rapport;
7. regelmatige herhaling in de juiste verhoudingen van een zelfde patroon in een weefsel of behangsel: het oneindig rapport van stof patronen;
8. (pap.) afstand waarop men dezelfde details van het patroon in de lengterichting van de baan van behangselpapier terugvindt.
