Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Raat

betekenis & definitie

I. v. (raten), 1. bouwsel van was, bestaande uit een dubbele laag cellen, opgebouwd in korven of kasten door in volken samenlevende honigbijen: de raat dient tot berging van de honingvoorraad voor de winter en tot het opkweken van de bijenlarven; in bijenkorven zijn de raten aan de wand vastgemaakt, in bijenkasten zijn ze ingebouwd in raampjes die uitneembaar zijn;

2. cellenbouwsel in een wespennest.

II. v., ratel; een van de ben. van het plantengeslacht Rhinanthus.

< >