(proestte, heeft geproest),
1. niezen: de hele stad hoest en proest (Beets);
2. snuivend blazen: de zwemmer kwam boven, proestend en hijgend; — wij proestten (het uit) van het lachen, wij braken uit in een heftig gelach.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: