Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Privatief

betekenis & definitie

(<Fr.),

I. bn.,
1. (spraakk.) een beroving uitdrukkend: een privatief suffix; een privatief werkwoord, b.v. schillen, ontbolsteren;
2. anderen uitsluitend, privaat: privatieve jacht, eigen jacht;

II. zn. o. (...tieven), privatief werkwoord.

< >