(Lat.),
I. bn., eerste: primus inter pares, de eerste onder zijns gelijken;
II. zn. m. (-sen),
1. de eerste in rang (inz. in schoolklassen): hij wilde de primus wezen;
2. (Prot.) de eerstaangewezene tot waarneming van een vertegenwoordigende of besturende functie;
3. soort van kooktoestel waarbij de warmte ontwikkeld wordt door het verbranden van vergaste petroleum.