Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Prakkezeren

betekenis & definitie

(prakkezeerde, heeft geprakkezeerd), (gemeenz.) 1. (overg.) met overleg tot stand brengen: we moeten eens zien hoe we dat het. best prakkezeren;

2. (overg.) bedenken, overwegen: wie heeft dat nu weer geprakkezeend? je kunt het zo gek niet prakkezeren, of hij doet het, zelfs het meest zonderlinge durft hij doen;
3. (onoverg.) denken, nadenken, peinzen: ik moet er op prakkezeren, of het mogelijk is;
4. (onoverg.) piekeren : de hele dag loopt hij te prakkezeren.

Ook prakkize'ren.

< >