Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Polytonie

betekenis & definitie

v., (taalk.) het verschijnsel dat talen vocalen hebben met stijgende en vallende accent- of toonbeweging, of met al-of-niet afbreking van de expiratiestroom door een sluiting der stembanden, door welke het tweede deel van de vocaal duidelijk t.o.v. het eerste wordt gedifferentieerd. Verg.

Monotonie.

< >