(Fr.), v. (-n, -s),
1. deel van de 18de-eeuwse dameskleding, een japonlijf met een lange schoot die aan de voorkant van het middel af openvalt; (gemeenz.) aan mijn lijf geen polonaise (bij weigering);
2. korte, nauwsluitende overjas, soms met bont afgezet : de hooggeborene in zijn polonaise en de watervoerder in zijn schippersbuis (Beets);
3. langzame dans van Poolse oorsprong in s/4 maat; de muziek daarvoor : een polonaise van Chopin.