Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Poliorcetes

betekenis & definitie

Gr. Poliorketes' [belegeraar], bijnaam van Deme'trius, een der Diadochen (337—283 v. C.) die met zijn vader Anti'gonus na Perdic'cas in Azië het overwicht had tot de slag bij Ipsus (301), waar zijn vader sneuvelde.

In 307 bevrijdde hij Athene van Cassander; in 294 werd hij tot koning van Macedonië uitgeroepen.

< >